IN DE MEDIA – Het Parool
Beroemdheden noemen zich publiekelijk feminist en de belangstelling onder jonge vrouwen voor het thema neemt toe. Maar jezelf met ‘het F-woord’ etiketteren? Misschien toch maar niet.
Lauren Smits, oprichter van Doetank PEER, deed voor haar scriptie een jaar lang onderzoek naar de vraag waarom mensen zich niet graag feminist noemen. “Bij het bedrijf WOMEN Inc, dat zich bezighoudt met het vergroten van kansen voor vrouwen, antwoordden slechts drie van de vijfentwintig vrouwen ‘ja, ik ben een feminist’. Zo groot is die negatieve connotatie. Zelfs als je al veel doet voor feminisme, is het voor os allemaal nog een te vies woord. Feminisme zou hand in hand gaan met tuinbroeken, schaamhaar en radicaal. Terwijl dat vaak een karikatuur is.”
Waarom er zo aan wordt vastgehouden is onduidelijk, zegt Smits. “Sommige mensen vinden het moeilijk, omdat ze denken dat ze zichzelf niet zo ‘mogen’ noemen. Ze leggen de lat heel hoog. Alleen als je politiek actief bent geweest of er een boek over hebt geschreven mag het. Anderen vinden het eng om zich tegen iets af te zetten.”
“Maar what’s in a name?” Smits begon met een persoonlijk experimentje en zet het woord ‘feminisme’ strategisch in. “Soms kun je het woord beter niet gebruiken om een gesprek op gang te krijgen of meer te bereiken. Soms werkt het juist wel. En soms gebruik ik een heel ander woord: idealist, happy activist of omnist bijvoorbeeld. Uiteindelijk is doen belangrijker dan het label.”
Lees het hele artikel hier.